Roselien kreeg toen ze 22 weken zwanger was te horen dat ze borstkanker had. Dit is haar verhaal in het kader van de week voor kanker in de zwangerschap.
“We stellen het uitzoeken van een naam uit tot het allerlaatste moment, want we zijn veel te bang om met de zwangerschap bezig te zijn.”
de Diagnose
Ik sla mijn handen voor mijn ogen en begin onbedaarlijk te huilen. Mijn hart bonst door mijn hele lijf en ik voel dat ik moeite moet doen om te kunnen ademen. En in mijn hoofd kan ik alleen maar denken; “Hoe kan dit nou? Dit kan toch niet waar zijn, dit kan toch niet écht gebeuren??” Mijn naam is Roselien, ik ben 34 jaar en kreeg in april 2020 de diagnose borstkanker. Terwijl ik 22 weken zwanger was.
De diagnose slaat in als een bom. Ik kan niet bevatten wat we zojuist hebben gehoord en al het nieuws dat vervolgens wordt medegedeeld gaat compleet aan mij voorbij. Ik voel angst, paniek, wanhoop.. Ik sta machteloos, maar dat wil ik niet. Ik wil er voor zorgen dat het weer goed komt, dat móet gewoon: we hebben al een peuter rondrennen en ons tweede kindje is op komst.
Bizarre tegenstrijdigheid
Mijn lichaam is een nieuw leven aan het creëren, maar mijn lichaam is ook mijn leven aan het beëindigen. Bizar, hoe deze twee dingen ineens samen kunnen gaan. Binnen een week na de diagnose start ik met de chemotherapie. Met mijn dikke buik loop ik de oncologie afdeling op en ik merk meteen dat ik een bezienswaardigheid ben. Maar als ík, en niet mijn man, op de grote stoel plaatsneem kijken de andere mensen pas écht verschrikt op. Voor mezelf voelt het ook tegenstrijdig; mezelf volpompen met allesvernietigende stoffen, terwijl ik mijn kindje voor alles in de wereld wil beschermen. Maar ik hou mezelf voor dat deze knalrode vloeistof mijn leven gaat redden en ik daarmee mijn kindje bescherm tegen een leven zonder mama.
Angst voor je kindje
De chemo’s komen hard aan en ik lig vaak hele dagen op de bank. En naarmate de zwangerschap vordert, krijg ik steeds meer klachten. Op een gegeven moment is het zo erg, dat ik niet meer kan praten, eten en drinken. In plaats van vele kilo’s aankomen, val ik aan het einde van mijn zwangerschap juist flink af. Met medische drinkvoeding probeer ik mijn calorieën binnen te krijgen, maar het is moeilijk. Ik ben ongelooflijk bang dat mijn kindje iets tekort komt, maar gelukkig wordt de baby elke week in de gaten gehouden met een groeiecho. En het kleintje lijkt goed te groeien. Wat een kanjer, ik ben nu al ongelooflijk trots!
Maar ik blijf ondanks de echo’s bang dat de baby niet gezond is. We stellen het uitzoeken van een naam uit tot het allerlaatste moment, want we durven niet met de zwangerschap bezig te zijn. De leuke momenten van uitgebreid shoppen, kleertjes wassen en nesteldrang gaan geheel aan mij voorbij. En de angst voor de bevalling wordt alleen maar groter; is onze baby gezond? Heeft de chemo echt geen schade toegebracht? Kan ik zelf überhaupt de bevalling aan? Ik ben behoorlijk verzwakt en ben onmenselijk moe, hoe kan ik dan in hemelsnaam een bevalling aan?!
heel even wel de roze wolk
Maar gelukkig wordt onze kleine meid kerngezond geboren, na een inleiding van een zwangerschap van 38 weken. Ze heeft het super goed gedaan in mijn buik; al haar bloedwaarden zijn fantastisch mooi en haar gewicht is alles behalve te laag. Zodra ze op mijn buik ligt, bedank ik haar voor de afgelopen tijd. Voor alle steun, wij hebben dit sámen gedaan. En terwijl ik dat tegen haar zeg, knippert ze met haar ogen en kijkt ze me aan. En dan schenkt ze me de allermooiste glimlach van de hele wereld.
De kraamtijd bestaat uit één grote roze wolk. Vanwege medische indicatie krijgen we twee weken lang kraamhulp en we worden compleet in de watten gelegd door de liefste kraamhulpen die er zijn. Zoals op het geboortekaartje staat: ’De wereld lijkt voor eventjes weer perfect te zijn’. We vergeten de boze buitenwereld…
Maar dan keihard van de Roze wolk afgeslingerd
Als ons meisje drie weken oud is, worden we keihard van die roze wolk afgeslingerd. Ik moet weer aan de chemo’s. Terwijl ik het állerliefste de hele dag mijn newborn vasthoud en eindeloos knuffel, zit ik elke donderdag van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat aan het infuus in het ziekenhuis. Alleen. Ik ben het spuugzat en ben vreselijk boos op die super stomme kanker.
Na de chemo’s volgt nog een operatie, een volledige borstamputatie. Ik mag zes weken lang niets tillen, maar er wordt een uitzondering gemaakt; ik mag na twee weken weer voorzichtig mijn dochter proberen op te tillen. Helaas blijkt dat onmogelijk, want het gevoel en de kracht in mijn armen is helemaal verdwenen. Een luier verschonen lukt nog net, maar daar houdt het wel mee op. En dus komt alles aan op manlief, terwijl hij al zo druk is met mij en de peuter verzorgen, met zijn werk, met het huishouden, met eten koken, met de hond uitlaten… Hij heeft amper tijd om de baby een flesje te geven, in bad te doen en überhaupt uitgebreid te knuffelen. De nachten komen volledig op hem neer, wat ervoor zorgt dat hij uitgeput raakt. En ik sta erbij en kijk er naar, compleet machteloos. Wat was het fijn geweest als we voor deze periode een soort van verlate kraamhulp hadden kunnen krijgen.
Elke stap is er één
En nu zitten we in de zomer van 2021. De intensieve bestralingen zijn achter de rug en ik ben bijna klaar met de immunotherapie. En onze baby is inmiddels alweer bijna een dreumes. Gelukkig gaat het met haar erg goed; de eerste tandjes zijn door, ze kruipt overal naar toe, begint zich al op te trekken aan vanalles en heeft zelfs al een paar stapjes naast de tafel gelopen. We maken ons geen zorgen om haar ontwikkeling, maar wel is elke nieuwe stap weer een opluchting; een bevestiging dat de chemo niet schadelijk is geweest.
En met mij? Ik ben genezen verklaard! Er is een complete pathologische respons geconcludeerd, wat betekent dat mijn lichaam schoon is van kanker. Ik ben druk bezig met oncologische fysiotherapie om lichamelijk weer fitter te worden. Maar ook aan het mentale stukje werk ik hard, ik heb nog heel wat te verwerken.
Gelukkig krijg ik veel steun via Stichting STER(k), een stichting die zich inzet voor vrouwen die tijdens de zwangerschap met kanker te maken krijgen. Eigenlijk zou niemand tijdens de zwangerschap met kanker in aanraking moeten komen, dat is zo onmenselijk. Maar als je die vreselijke pech hebt, dan gun ik je wel een plek waar je betrouwbare informatie kunt vinden en kracht kunt putten uit het contact met andere vrouwen. Want niemand kan dit alleen doen. En niemand mág dit alleen doen.