Bij Kirsty wordt als ze 17 weken zwanger is baarmoederhalskanker ontdekt. Aanvankelijk is het medisch advies om de zwangerschap af te breken. Hieronder lees je haar verhaal voor onze week voor kanker in de zwangerschap

De gedachte dat we ons kindje moeten verliezen en ik daarna nog moet gaan vechten tegen de kanker maakt me gek. Maar ik ben ook onbeschrijfelijk bang om mijn partner achter te laten met twee kindjes als we te laat starten met de juiste behandeling.

Geen reden tot zorgen 

In mei 2020 plan ik mijn eerste uitstrijkje omdat ik 30 ben geworden: Pap 1 en HPV positief. Een half jaar later wordt opnieuw een uitstrijkje genomen, ditmaal pap 3a. Ik word doorgestuurd naar een gynaecoloog voor een colposcopie, conclusie: geen reden tot zorgen. Áls dit al iets kwaadaardigs zou kunnen zijn, heeft het 10 tot 15 jaar nodig om uit te groeien tot daadwerkelijk baarmoederhalskanker. We hebben een sterke wens voor een tweede kindje en spreken af dat we elkaar over een jaar (of later, na een eventuele zwangerschap) weer zien.

Na twee menstruaties hebben wij al een positieve zwangerschapstest in handen! We zijn door het dolle heen en ondanks regelmatig bloedverlies voel ik heel sterk dat het goed zit met dit nieuwe leven.

Toch wel veel bloedverlies

Met 13 weken zit ik bij een gynaecoloog vanwege toch wel erg veel bloedverlies, maar er is geen oorzaak te vinden. Er wordt nog even getwijfeld om een controle uitstrijkje te maken, maar vanwege de prille zwangerschap en mogelijke gevolgen voor de ongeboren baby wordt hiervan afgezien. Bij nogmaals hevig bloedverlies mag ik terugkomen. Dit is 3 weken later het geval en er wordt nu wel een uitstrijkje genomen. Ik zie al bij het plaatsen van de eendenbek bezorgde gezichten. Er wordt een collega bij gehaald, opnieuw de eendenbek, en daarna nog een hele hand naar binnen. Nog meer bezorgde gezichten. Ik mag me aankleden. “Bel je partner maar want het ziet er niet zo goed uit”. Er worden biopten genomen en een week later mogen we terug komen voor de uitslag.

Kwaadaardige cellen

Een dag vóór de geplande afspraak ben ik op zolder aan het werk als ik gebeld word door een privénummer. Een gynaecoloog-oncoloog. “Mevrouw, we hebben kunnen regelen dat u morgen direct door de MRI kunt, ik heb daarvoor nog enkele gegevens van u nodig.” Na enige verbazing komt de mokerslag: Het ziet er inderdaad niet goed uit. Er zijn kwaadaardige cellen gevonden. Baarmoederhalskanker. Ik laat me verslagen op mijn bureaustoel zakken en zie wat er nog op mijn beeldscherm staat. Ik probeer de afgelopen 7 minuten gewoon te skippen, te doen alsof het niet is gebeurd en door te gaan waar we gebleven waren. Natuurlijk werkt dit niet. Ik verzamel alle moed om mijn partner opnieuw op zijn werk te bellen. Kom maar weer thuis want ze hebben al gebeld..

 

Een duivels dilemma

In de 1,5 week daarna volgen onderzoeken. MRI, PET scan en inwendig onderzoek onder narcose: geen uitzaaiingen. Er zijn nu twee opties: De meest aggressieve vorm van behandeling voor dit stadium baarmoederhalskanker is chemo-radiatie, maar dat kan niet tijdens zwangerschap dus dat zou betekenen dat we die eerst moeten afbreken. Optie twee is starten met alternatieve chemotherapie en als dat aanslaat kunnen we doorgaan tot een veilige termijn, kindje halen en dan alsnog chemo-radiatie.

Voor ons is de keuze direct gemaakt. Ons kindje dat al een geslacht heeft, ons kindje dat ik al voel schoppen, dat al kusjes krijgt op de buik van zijn grote zus en dat zo enorm gewenst is.

Maar natuurlijk worden we gewezen op risico’s. Hoe dan ook zal dit, vanwege de benodigde behandelingen, mijn laatste zwangerschap zijn. Daarnaast is de internist oncoloog heel duidelijk: medisch advies is zwangerschap afbreken. Ik ben nog “maar” 17 weken zwanger en medisch gezien hebben we nog een “keuze”. Als er nog grond onder onze voeten zou zijn, dan was ook dat laatste beetje nu weggezakt. De gedachte dat we ons kindje moeten verliezen en ik daarna nog moet gaan vechten tegen de kanker maakt me gek. Maar ik ben ook onbeschrijfelijk bang om mijn partner achter te laten met twee kindjes als we te laat starten met de juiste behandeling.

We vechten samen

Uiteindelijk durven we de keuze te maken om te starten met twee chemokuren. De volgende dag lig ik met een opgelucht gevoel aan het infuus. Er wordt iets aan de kanker gedaan én ons kindje krijgt een kans. Ons mannetje die we net hiervoor nog op de echo hebben gezien, waar hij zijn arm omhoog hield en zijn spierbal liet zien: we vechten samen! Drie weken later lig ik aan de volgende chemokuur – kaal en moe, maar verder voel ik me goed.

Vijf weken na de eerste chemokuur ga ik opnieuw door de MRI om te zien of deze twee kuren hebben gedaan wat ze moesten doen. Het is er op of er onder: bij geen of onvoldoende resultaat moeten we wellicht alsnog de keuze maken om de zwangerschap af te breken bij de inmiddels behaalde 23 weken en zo snel mogelijk te gaan bestralen.

Na zenuwslopende momenten is de uitslag daar: de tumor is geslonken van 8,4 naar 3,3 cm! WAUW, dit resultaat hadden we nog niet durven dromen.

Door met de chemokuren

Opnieuw 2 chemokuren vooruit en weer een tussentijdse check middels MRI. Steeds meer pijnen, ongemakken, vermoeidheid, maar een stuk minder spannend want ik ben inmiddels al bijna 30 weken zwanger. De tumor is opnieuw geslonken. Weer door met chemokuren. Iedere week wordt zwaarder. Ik zit vanaf het begin van dit traject in een overlevingsstand, vecht heel hard door, maar ben bang dat ik niet meer verder kan. Er zijn grenzen en mijn lichaam is een keer op. Maar dan komt er licht aan het einde van de tunnel en wordt de keizersnee gepland. Nu we de weken – dagen kunnen aftellen totdat we ons grote wonder kunnen knuffelen heb ik weer genoeg kracht om verder te vechten. Hoewel iedere kuur zwaarder wordt en ik fysiek steeds minder kan, zetten we de schouders er onder en gaan we door.

Ons wonderkindje

Bij een termijn van ruim 36 weken wordt ons wonderkindje geboren. Wat zijn we gelukkig! Ik heb hem nog heel eventjes mogen aanraken en val dan volmaakt gelukkig in slaap voor de Wertheim operatie. – Deze behandeloptie is twee weken voor de geplande keizersnee nog geopperd in de hoop dat chemo-radiatie daarna niet meer nodig zal zijn. – Volmaakt gelukkig word ik 5 uur later dan ook weer wakker. De operatie heeft langer geduurd dan gedacht en ik ben veel bloed verloren maar de tumor is verwijderd. Onderzoek van de patholoog moet gaan uitwijzen of verdere behandeling nog nodig is. Voor nu is dat he-le-maal niet belangrijk, het enige dat telt is dit nieuwe leven waar we zo hard voor hebben gevochten.

Uit de babybubbel

Een week later is de uitslag van de patholoog binnen: de tumor is weg en de snijvlakken zijn schoon maar omdat de tumor op een lastige plek zat hebben ze niet zo ruim om de tumor heen kunnen snijden als ze eigenlijk hadden gewild. Milimeterwerk, 0,2 millimeter om precies te zijn. Het advies is toch nog 25 bestralingen. Er is dus ook goed nieuws, maar ik breek opnieuw. We hebben een baby van net 1 week oud en we hebben het al weer over kanker. Vijf weken lang dagelijks naar het ziekenhuis, voor wat? Mijn lichaam nog verder kapot maken? Maar de woorden van de arts blijven in mijn hoofd afspelen “je wilt niet alleen je kinderen zien opgroeien, maar ook je kleinkinderen later”. Daar doen we dit voor.

Enkele weken later zitten we weer in het ziekenhuis, nu op de afdeling radiotherapie. Voor het eerst zien wij de beelden van de tumor. De boosdoener van alle ellende, een ruim 8 centimeter groot monster dat ons leven op zijn kop zette. Bizar om te beseffen dat we dit misschien niet eens (of niet op tijd) hadden opgemerkt als ik niet zwanger was geweest en ik niet met bloedverlies bij de gynaecoloog had gezeten. Ons reddertje. Ons wonderkindje dat op de PET-scan gewoon te zien is achter dat monster, ons wonderkindje dat nu gezond en wel geboren is en we vandaag al thuis moeten achterlaten. 5 weken lang, iedere dag.

 

 

 

Opluchting en onzekerheid

Enkele dagen voor kerst heb ik mijn laatste bestraling en die dag heb ik vooral een gevoel van opluchting. De behandelingen zijn nu écht klaar! Een gevoel dat in de dagen daarna plaats maakt voor onzekerheid en angst. Nu wordt er niets meer aan de kanker gedaan, de zekerheid van behandeling valt weg.

Op dit moment sta ik iedere 3 maanden onder controle en pakken wij ons leven stukje bij beetje weer op. Het vertrouwen in mijn lichaam is weg en ik heb nooit kunnen beseffen dat dit zo heftig zou zijn. Enkele fysieke klachten spelen nog altijd een rol, maar vooral ook mentaal zal alles nog een plekje moeten krijgen want maandenlang overleven en doorvechten heeft er wel in gehakt. We proberen met een positieve blik vooruit te gaan. Ons gezinnetje is nu compleet en we hopen op nog heel veel mooie momenten samen.