Vera was in remissie van een melanoom toen ze zwanger werd. Bij 21 weken voelde ze toch weer iets in haar been.

`Tijdens een vakantie in Frankrijk voelde ik ineens twee bultjes in mijn been. Ik schrok, maar probeerde het te negeren. Ik was tenslotte 21 weken zwanger. Toch liet het me niet los.`

Overleven, doorgaan en moeder worden

Eind 2020 kreeg ik voor het eerst te horen dat ik kanker had: een melanoom op mijn been. Volgens de artsen was er op dat moment geen sprake van uitzaaiing, en met een operatie konden ze de tumor verwijderen. Het was een zware ingreep, maar ik dacht: probleem opgelost.

De revalidatie was pittig. Ik moest mijn been opnieuw leren gebruiken. Ook mentaal moest ik herstellen. Maar na een intensief traject stond ik er weer. Tot ik terugging voor controle. Helaas, de kanker was terug. Uitgezaaid in mijn been.

Ik werd doorverwezen naar het Antoni van Leeuwenhoek en startte daar met een nieuwe behandeling. Na een half jaar kwam het verlossende woord: remissie.

Tijd om verder te gaan met mijn leven.

Een nieuw huis, een nieuwe liefde en weer aan het werk. En toen: zwanger! Ik wilde altijd al moeder worden, dus dit voelde als een wonder. Misschien niet de ideale timing, want ik was nog aan het herstellen. Toch waren we intens gelukkig.

 

En weer die klap

Tijdens een vakantie in Frankrijk voelde ik ineens twee bultjes in mijn been. Ik schrok, maar probeerde het te negeren. Ik was tenslotte 21 weken zwanger. Toch liet het me niet los. Na de vakantie ging, dus na de vakantie ben ik meteen naar de arts gegaan. Er  werden biopten genomen.

En weer die klap: de kanker was terug.

Er volgde een scan. Ik dacht dat er misschien een paar plekjes in mijn been zaten die ze lokaal konden verwijderen. Maar niets was minder waar. Er zat ook een tumor van 8 centimeter in mijn buik. Wat?! In mijn buik? Maar daar zit toch ook mijn baby?

Nachtmerrie

Ze verwezen ons naar het UMC Utrecht. Behandelen tijdens de zwangerschap was in mijn geval geen optie. Maar ook een vroeggeboorte bracht risico’s met zich mee. We zaten echt in een nachtmerrie.

Na veel gesprekken en onderzoeken werd er een besluit genomen: proberen in week 32 in te leiden, en als dat niet lukte, dan een keizersnede in week 33. Een termijn waarop onze baby veilig geboren kon worden.

Geluk en ongeluk

In week 33 werd onze zoon Max geboren, via een keizersnede. Helemaal gezond. Hij moest de couveuse in, maar hij was groot en sterk. Hij deed het geweldig.

Ikzelf had helaas minder geluk. Mijn keizersnede ging niet goed, en ik kreeg een abces in mijn buik. Een week na de bevalling volgde opnieuw een grote buikoperatie.

Daarna kreeg ik nog meer complicaties, waardoor ik pas drie weken later naar huis mocht, om te beginnen met mijn behandeling.

 

Slopend

Die eerste weken waren slopend. Mijn lichaam was op. Ik werd ontzettend ziek. Ik kon Max nauwelijks vasthouden. Mijn partner had zorgverlof opgenomen en was thuis om voor Max en mij te zorgen. Mentaal was ik gebroken, maar opgeven was geen optie.

Na een maand besloten we te stoppen met de kuur en over te stappen op immuuntherapie. Minder zwaar, al kreeg ik ook hier vervelende bijwerkingen van. Maar ik kon iets meer mijn rust pakken, zover dat kan met een pasgeboren baby natuurlijk.

Gelukkig groeide Max goed en werd hij steeds sterker.

Mijn wonder 

Inmiddels is Max zes maanden oud. En ik ben opnieuw in remissie.

Ik ben er nog niet, maar we gaan de goede kant op. Het was een zware, soms onmenselijk moeilijke periode.

Maar Max is het mooiste wat eruit kwam. Mijn wonder. Mijn trots.